Sony Corporation (Japans: ソニー株式会社) is een Japans conglomeraat. Het wereldwijd aanwezige concern is primair actief als fabrikant van consumentenelektronica en is een grote mediaspeler als wereldwijd mediaconglomeraat. Hiernaast produceert Sony computerspellen en spelconsoles (Sony Interactive Entertainment) en verzorgt het financiële dienstverlening aan Japanse consumenten. Het hoofdkantoor staat in Tokio, Japan en het concern heeft divisiehoofdkantoren in Berlijn (Europa), New York en Culver City (beide Noord-Amerika).
Van een elektronicabedrijf met twintig werknemers is Sony uitgegroeid tot een wereldwijd vertegenwoordigd concern met meer dan 146.300 werknemers.[1] Zelf opgericht in 1947, is Sony eigenaar van bedrijven met een langere geschiedenis dan het concern zelf, waaronder het oudste platenlabel ter wereld (Columbia Records, waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1888) en Metro-Goldwyn-Mayer (opgericht in 1924). Sony is de op een na grootste producent van consumentenelektronica ter wereld, achter het eveneens Japanse Matsushita Electric (voornamelijk bekend via de merknaam Panasonic) en vóór het Nederlandse Koninklijke Philips.
lobalisering
Nadat de Sony TR-63 op de markt werd gebracht, kwam alles in een stroomversnelling. De radio werd een hit in de Verenigde Staten en naar aanleiding hiervan richtte Morita in 1960 Sony Corporation of America, met hoofdzetel in New York, op. Doordat hij voor de oprichting van deze nieuwe tak van het bedrijf een tijdje in Amerika moest verblijven, leerde hij veel over de verschillen tussen Japanse en Amerikaanse bedrijven. Toen hij naar Japan terugkeerde nam hij de in Amerika opgedane ervaring mee en moedigde hij ervaren werknemers van andere bedrijven aan om voor Sony te komen werken. Deze praktijk was nieuw voor Japan, aangezien Japanse werknemers in die tijd meestal hun hele leven voor hetzelfde bedrijf bleven werken. De toestroom van deze nieuwe werknemers en hun kennis zou een grote meerwaarde blijken voor Sony. Ook inspireerde Morita andere Japanse bedrijven om hetzelfde te doen. Door hun goede contacten met het buitenland speelde Sony een grote rol in de ontwikkeling van Japan als een exportnatie in de jaren zestig, zeventig en tachtig. Morita nam in 1971 de positie van president over van Ibuka.
Vanaf het begin van 1980 begon het bergaf te gaan voor Sony. De omzet van het bedrijf daalde aanzienlijk en ze werden gedwongen de prijzen van hun producten te verlagen. Sony dreigde, net zoals veel andere elektronicabedrijven in de jaren tachtig, failliet te gaan. Net op dat moment werd Norio Oga echter verkozen als president van Sony. Hij zorgde ervoor dat onder meer de compact disc ontwikkeld kon worden en in 1982 op de markt werd gebracht. Ook speelde hij een grote rol in de uitbreiding van Sony Entertainment door de ontwikkeling van de PlayStation in 1994. Daarbij kocht hij eind jaren tachtig CBS Records en Columbia Pictures op, die later respectievelijk Sony Music Entertainment en Sony Pictures Entertainment zouden worden. De opkoop van Columbia Pictures door Sony was de grootste overname van een Amerikaans bedrijf door een Japanse firma ooit en zorgde voor heel wat ophef in de Verenigde Staten.[7] Deze ophef werd mede veroorzaakt door de publicatie van The Japan That Can Say No ("no"と言える日本, no to ieru nihon) in 1989, een essay geschreven door Morita in samenwerking met de Japanse nationalist Shintaro Ishihara. In dit werk werd beweerd dat Japan sterker was geworden dan de VS en hun dus ook niet meer nodig had.
Met Morita en diens opvolgers aan het roer heeft Sony agressief kunnen uitbreiden naar nieuwe domeinen. Zo namen ze in 2002 Aiwa corporation over en in 2004 fuseerde Sony Music Entertainment met BMG (Bertelsmann) tot Sony BMG Music Entertainment. Later in datzelfde jaar werd ook Metro-Goldwyn-Mayer Pictures Inc. overgenomen. Het uiteindelijke doel was om film, muziek enzovoort te linken via internet om zo tot een geheel te komen. Deze visie en de daaraan verbonden uitbreiding kwamen het bedrijf echter niet ten goede. Om die reden werd Howard Stringer in 2005 aangesteld als bestuursvoorzitter en CEO. Hiervoor was hij al bestuursvoorzitter en CEO van Sony Corporation of America en vicevoorzitter, CEO en COO van de Sony Entertainment Business Group. Op 7 maart 2005 nam hij officieel de functie van Nobuyuki Idei, toenmalig CEO en voorzitter van Sony, over. Op dezelfde dag werd ook aangekondigd dat Kunitake Ando zou aftreden en dat Ryoji Chubachi hem zou vervangen in zijn rol als president. Stringer was de eerste buitenlander die aan het hoofd kwam te staan van een groot Japans elektronicabedrijf. Hij wilde het bedrijf erbovenop helpen door opnieuw te focussen op elektronica en enkele andere maatregelen zoals het terugdringen van het aantal werknemers. Bovendien streefde hij ernaar de samenwerking tussen verschillende bedrijfsonderdelen te vergroten. Ondanks zijn inspanningen werd Sony geconfronteerd met een constante financiële strijd.
Recente jaren
Stringer werd in 2012 vervangen door Kazuo Hirai. Kort na zijn aanstelling introduceert Hirai een nieuw initiatief, One Sony genaamd. Dit initiatief was bedoeld Sony te laten herleven na jaren van financiële verliezen. Het stelde voor om de focus van Sony als elektronicabedrijf te verschuiven naar drie groeiende domeinen, namelijk mobiele technologie, gaming en beeldtechnologie. Ook wilde hij het verlies dat het bedrijf draaide in de televisiesector inperken.
Sony verkocht in 2014 de divisie Vaio personal computer business aan een in Tokio gevestigd beleggingsfonds van Japan Industrial Partners Inc. Daarbij beslist het bedrijf ook om hun televisiesector te splitsen in een poging deze sector terug winstgevend te maken. Ze slagen echter niet in hun opzet. Op het einde van datzelfde jaar werd Sony Pictures Entertainment gehackt door een groep die zichzelf de "Guardians of Peace" noemt. Deze groep eiste dat de film The Interview, die de spot zou drijven met Noord-Korea en diens leider, niet in Japan zou uitkomen.[8] Noord-Korea werd een hele tijd verdacht, maar ontkende elke betrokkenheid. De echte daders achter de hack zijn (nog) niet bekend.
In februari 2015 kondigde Sony aan dat het de audio- en videosectie tegen oktober van dat jaar in een apart bedrijf zou willen onderbrengen.[9] Hirai, die nog altijd president en CEO is, meldde ook dat Sony zich in 2015 vooral zou richten op de meest winstgevende sectoren, waaronder de gaming-industrie. Ook zei hij dat verdere herstructureringen of sluiten van enkele verlieslatende ondernemingen binnen Sony niet wordt uitgesloten.
Sony's kracht
De kracht van Sony is het vermarkten van tamelijk dure, mooi ontworpen, hoog-technologische consumentenelektronica. In de jaren negentig brak Sony bijvoorbeeld de markt van de spelconsoles open. Tot dan toe was die verdeeld geweest tussen Sega en Nintendo. Sony is min of meer verantwoordelijk voor het feit dat Sega geen consoles meer verkoopt.
Sony is ook groot geworden door jarenlang de marktleider te zijn in Japan in veel van de markten binnen de consumentenelektronica. Door hypes en rages te starten (onder meer met de walkman), waar Japanners over het algemeen dol op zijn, bereiken zij binnen een bepaalde sector vaak in één klap een groot marktaandeel door de introductie van een nieuw model.